Op Prinsjesdag heeft het kabinet het pakket Belastingplan 2025 bekendgemaakt. Hieronder bespreek ik enkele wijzigingen uit het Belastingplan 2025 met betrekking tot de inkomstenbelasting, vennootschapsbelasting en loonheffingen.

Tarieven en heffingskortingen inkomstenbelasting
Onderstaande wijzigingen die voor 2025 zijn voorgesteld voor de inkomstenbelasting gelden voor cliënten jonger dan de AOW-leeftijd. Er gelden vergelijkbare wijzigingen voor cliënten die ouder zijn dan de AOW-leeftijd.

In de sfeer van de inkomstenbelasting wordt een extra tariefschijf ingevoerd en bestaan er drie tarieven. De tarieven zijn in onderstaande tabel weergegeven.

Het maximale bedrag van de algemene heffingskorting wordt verlaagd van € 3.362 in 2024 naar € 3.068 in 2025. Hier staat tegenover dat deze heffingskorting in 2024 wordt afgebouwd vanaf een inkomen belast in box 1, van € 24.812, en dat men in 2025 dit zogenoemde afbouwpunt wil verhogen naar € 28.406. Ook wordt het afbouwpercentage voor de algemene heffingskorting verlaagd van 6,63% (2024) naar 6,337% (2025). Het hoogste tarief in box 2 wordt in 2025 verlaagd naar 31%, in 2024 was dat nog 33%. Het tarief in box 3 blijft 36%.

Zelfstandigenaftrek en mkb-winstvrijstelling
In 2025 wordt de zelfstandigenaftrek verder verlaagd naar € 2.470, in 2024 was dat nog € 3.750. De mkb-winstvrijstelling wordt verlaagd van 13,31% naar 12,7%.

Aftrek kosten woning op balans onderneming
Er wordt voorgesteld om aan het artikel in de wet op de inkomstenbelasting, dat onder meer gaat over de zogenaamde ‘werkruimteregeling’ het volgende lid toe te voegen:

Bij het bepalen van de winst komen mede niet in aftrek kosten en lasten die verband houden met een tot het ondernemingsvermogen van de belastingplichtige behorende woning die de belastingplichtige anders dan tijdelijk als hoofdverblijf ter beschikking staat, indien die kosten en lasten ingevolge het eerste lid niet in aftrek zouden komen als de woning niet tot het ondernemingsvermogen zou behoren.

Dit betekent in de praktijk bijvoorbeeld het volgende: Stel er is sprake van een onzelfstandige werkruimte volgens de werkruimteregeling in een woning van een ondernemer voor de inkomstenbelasting. Indien deze werkruimte meer dan 10% van de oppervlakte van de woning in beslag neemt, dan is er jurisprudentie op grond waarvan de gehele woning mogelijk als ondernemingsvermogen kan worden geëtiketteerd.

In zulke situaties is het op grond van de voorgestelde tekst niet mogelijk om kosten in aftrek te brengen die door de huurder zouden worden gedragen. Denk bijvoorbeeld aan uitgaven voor de inrichting van de ruimte, gas, water en licht.

Vervoerskosten aftrek specifieke zorgkosten
De werkelijke kosten van vervoer voor het verkrijgen van medische hulp zijn momenteel per kilometer aftrekbaar onder specifieke zorgkosten. Het gaat hier om eigen vervoer voor medische hulp.

Per 1 januari 2025 wordt nu voorgesteld om € 0,23 cent per kilometer in aftrek toe te staan voor vervoer met een auto. Dit geldt niet voor het gebruik van een taxi. Voor andere manieren van vervoer blijven de werkelijke kosten wel aftrekbaar. Met betrekking tot parkeer-, veer- en tolgelden geldt dat de werkelijke kosten aftrekbaar zijn. Dit moet betalingsbewijzen kunnen worden onderbouwd.

Daarnaast wordt het recht op een nieuwe forfaitaire aftrek van € 925 per jaar ingevoerd, voor mensen die als gevolg van ziekte of invaliditeit niet meer dan 100 meter zelfstandig kunnen lopen. Een eventuele vergoeding moet hierop in mindering worden gebracht. Dat kan bijvoorbeeld door een bewijs zoals een gehandicaptenkaart, een besluit van de gemeente in het kader van de WMO of een verklaring van een arts te tonen aan de Belastingdienst.

Reizen in verband met ziekenbezoek
Onder voorwaarden kan via de aftrek specifieke zorgkosten ook een bedrag in aftrek worden gebracht voor ziekenbezoek. Daar zijn een aantal eisen aan verbonden: er moet een zekere regelmaat zitten in het ziekenbezoek, de zieke moet langer dan een maand worden verpleegd en de enkele reisafstand tussen de woning en verpleeglocatie moet meer dan tien kilometer zijn. Dit zijn de ongewijzigde voorwaarden om voor deze aftrekpost in aanmerking te komen.

Er geldt momenteel een voorwaarde dat de bezoeker bij aanvang van de ziekte of invaliditeit een gezamenlijk huishouden moet delen met de verpleegde. Deze voorwaarde wordt gewijzigd. Vanaf nu moet de bezoeker bij aanvang van de verpleging een gezamenlijk huishouden delen met de verpleegde.

Deze aftrekpost geldt niet alleen bij opname in een ziekenhuis, maar ook bij opname in een verpleeginstelling of anderszins.

Met betrekking tot parkeer-, veer- en tolgelden geldt dat de werkelijke kosten aftrekbaar zijn. Dit moet betalingsbewijzen kunnen worden onderbouwd.

Vrijstelling box 3 vermogensrechten herstel aardbevingsschade
Er ligt een voorstel om bepaalde vorderingen, waar gedupeerden in het aardbevingsgebied in Groningen en Noord-Drenthe nog recht op hebben, vrij te stellen in box 3. Hiervoor wordt een specifieke vrijstelling in box 3 opgenomen.

Afschaffing giftenaftrek vennootschapsbelasting
Er werd per 1 januari 2025 een volledige afschaffing van de giftenaftrek in de vennootschapsbelasting voorgesteld. Uiteindelijk gaat deze maatregel toch niet door.

De giftenaftrek in het kader van de inkomstenbelasting wijzigt in zoverre dat de maximale aftrek voor periodieke giften wordt verruimd van € 250.000 naar € 1.500.000.

Deze wijziging wordt mede voorgesteld om constructies waarbij liquide middelen vanuit privé in een speciaal hiervoor opgerichte bv worden gestort tegen te gaan. Dit gebeurt omdat er via een bv ruimere mogelijkheden zijn voor fiscale aftrekbaarheid.

Generieke renteaftrekbeperking vennootschapsbelasting
Er werd voorgesteld om de drempel van € 1.000.000 aan rente in de earningsstrippingmaatregel van artikel 15B wet op de vennootschapsbelasting volledig af te schaffen voor bepaalde vastgoedlichamen. Deze afschaffing van de drempel gaat uiteindelijk toch niet door.
Het percentage van de generieke renteaftrekbeperking gaat omhoog naar 24,5%.

De earningsstrippingsmaatregel geldt alleen voor vastgoedlichamen die verhuren aan derden. De ter beschikking stelling van vastgoed aan verbonden lichamen en/of natuurlijke personen valt hier niet onder. Verder is de regeling alleen van toepassing als de balans, enigzins kort door de bocht geformuleerd, voor meer dan 70% uit vastgoed bestaat.

Wijziging eindheffing doorlopend afwisselend gebruikte bestelauto
Het kabinet wil de eindheffing van € 300 voor een doorlopend afwisselend gebruikte bestelauto door twee of meer werknemers, met ingang van 1 januari 2025 verhogen naar € 438 per jaar. Het is de bedoeling om dit bedrag ook jaarlijks te indexeren.

Voor een meer uitgebreide uitleg over bovenstaand artikel – of andere fiscale onderwerpen – neem contact op met Remco Ruinemans van Novak via r.ruinemans@novak.nl of via onze servicedesk Novak DIRECT.