Door: Bernard Schols, professor, doctor en meester in de rechten
Toen ik werd gevraagd om te spreken op de Dag van de mkb-accountant op 11 december 2025, kon ik niet wachten om alvast een paar gedachten op papier te zetten. In deze column richt ik mij op een onderwerp waar iedere accountant – zeker wie ook als executeur optreedt – regelmatig tegenaan loopt: de zogenaamde ruimschoots toereikend-problematiek in de erfrechtpraktijk (art. 4:202 BW).
Wat houdt dat eigenlijk precies in? Stel: een ondernemer overlijdt en de nalatenschap kan zowel bezittingen als schulden bevatten. De accountant heeft in zo’n geval vaak de rol van hulpverlener of executeur, en moet goed beoordelen of de nalatenschap voldoende is om alle schulden te voldoen. Soms nemen de nabestaanden beneficiair aan, wat betekent dat ze de nalatenschap aanvaarden, maar niet persoonlijk aansprakelijk willen zijn voor eventuele tekorten. In dat geval wordt de afwikkeling van de nalatenschap niet alleen gestuurd door de executeur, maar is ook de ruimschoots toereikend-verklaring die de executeur afgeeft van groot belang.
Recent – op 22 jui 2025 – wees het Hof Den Haag hierover een belangrijk arrest. In het kort: de echtgenote van een overleden ondernemer had een ruimschoots toereikend-verklaring afgelegd en een onroerend goed overgedragen. De rechtbank vond dat dat onjuist was gedaan. De reden: zij had de nalatenschap beneficiair aanvaard en de ruimschoots toereikend-verklaring die zij als executeur had afgelegd, zou onjuist zijn geweest.
Het belangrijkste punt: was het saldo van de nalatenschap voldoende om alle claims te kunnen betalen? En als dat niet zo was, wat gebeurt er dan? Als de executele eindigt, wie wordt er dan bevoegd? Alle erfgenamen samen of een door de rechtbank benoemde vereffenaar? Dat is precies waar de ingewikkeldheid in zit.
Het Hof Den Haag oordeelde heel anders dan de rechtbank en vernietigde daarmee het eerdere vonnis. Het verklaarde: zolang de verklaring eenmaal is afgelegd en niet is ingetrokken, blijft de executeur bevoegd en zijn de handelingen geldig.
Met andere woorden: de nalatenschap kon rechtsgeldig worden afgehandeld en de koper van het pand kreeg zijn rechten. Belangrijke jurisprudentie dus voor de ontwikkeling van het Nederlandse erfrecht.
Deze uitspraak geeft veel duidelijkheid en rust in de praktijk. De executeur kan zijn taken uitvoeren zonder constante twijfel of terugwerkende ongeldigheid. Met behulp van art. 4:188 BW straalt de executeur nog meer uit dat de nalatenschap ruimschoots toereikend is, wat vertrouwen geeft aan erfgenamen en derden.
Wat leren we hieruit? De rol van de executeur – en dus van de accountant – is cruciaal. Een zorgvuldig afgelegde verklaring beschermt niet alleen de executeur, maar houdt ook het erfrechtelijk proces soepel. En laten we eerlijk zijn: de accountant is hier bij uitstek geschikt voor. Het vraagt kennis, inzicht en een beetje lef om verantwoordelijkheid te nemen.
Mijn oproep op de Dag van de mkb-accountant op 11 december? Laat de accountant vaker de rol van executeur spelen! Het past bij ons vak en helpt tegelijkertijd cliënten op een verantwoorde manier.
Zie ik jou op de Dag van de mkb-accountant op 11 december 2025? Meld je hier aan!