In een kasstroomoverzicht worden geldmiddelen die in de verslagperiode beschikbaar zijn gekomen opgenomen en wordt beschreven hoe daar gebruik van is gemaakt. Het kasstroomoverzicht maakt onderdeel uit van de jaarrekening en het begrip kas wordt hierbij in ruime zin opgevat als geldmiddelen. Onder geldmiddelen vallen alle liquide activa, zoals kasmiddelen, tegoeden op bankrekeningen, wissels en cheques, direct opeisbare deposito’s en zeer liquide beleggingen.
Volgens de wet is een kasstroomoverzicht niet verplicht, maar de Raad voor de Jaarverslaggeving (RJ) stelt een kasstroomoverzicht wel verplicht voor grote en middelgrote rechtspersonen. Er is geen verplichting indien het kapitaal van de rechtspersoon direct of indirect volledig wordt verschaft door een andere rechtspersoon die een gelijkwaardig kasstroomoverzicht opstelt, dat is opgenomen in een geconsolideerde jaarrekening. De rechtspersoon dient dan in de toelichting aan te geven waar die geconsolideerde jaarrekening te verkrijgen is. Ook geldt de verplichting niet voor rechtspersonen die bij de opstelling van hun jaarrekening artikel 2:403 BW toepassen en voor rechtspersonen die als een zuivere tussenholding kunnen worden aangemerkt. Voor kleine organisaties-zonder-winststreven is het aanbevolen een kasstroomoverzicht op te nemen. Voor kleine rechtspersonen is het opstellen van een kasstroomoverzicht niet verplicht.
Hoe ziet een kasstroomoverzicht eruit?
In een kasstroomoverzicht worden de overeenkomstige cijfers over het voorafgaande boekjaar opgenomen.
Het kasstroomoverzicht bestaat uit drie onderdelen:
- Kasstromen uit operationele activiteiten: transacties en gebeurtenissen die veelal leiden tot opbrengsten en kosten in de winst-en-verliesrekening.
- Kasstromen uit investeringsactiviteiten: investeringen/desinvesteringen in immateriële, materiële en financiële vaste activa.
- Kasstromen uit financieringsactiviteiten: kasstromen ter financiering van de operationele en investeringsactiviteiten.
Door middel van deze indeling geeft de jaarrekening een goed inzicht in de achterliggende bronnen die de ingaande en uitgaande kasstromen hebben veroorzaakt. Voor alle onderdelen van de kasstroom geldt dat in beginsel de ontvangsten en uitgaven van geldmiddelen – per groep van transacties en gebeurtenissen – afzonderlijk worden weergegeven. De kasstromen uit operationele activiteiten kunnen zowel op een directe of indirecte methode worden gepresenteerd. Een kasstroomoverzicht met toepassing van de directe methode sluit het meest aan bij de werkelijke kasstromen. De directe methode voor de weergave van kasstromen uit operationele activiteiten houdt in dat de ontvangsten en uitgaven als zodanig worden gepresenteerd. De presentatie van kasstromen uit investeringsactiviteiten en financieringsactiviteiten is onder beide methoden gelijk. Bij het kasstroomoverzicht wordt een toelichting toegevoegd waarin het overzicht wordt toegelicht en begrijpelijk wordt gemaakt. Hierin is opgenomen of het kasstroomoverzicht volgens de directe of indirecte methode is opgesteld. Het is aan te bevelen hierin ook belangrijke verschillen tussen posten in het kasstroomoverzicht en mutatie-overzichten van activa en passiva toe te lichten.
Heeft u een vraag over dit onderwerp? Neem contact op met Novak via 085 – 0220150. Of benader Bouwe Algra (AA): 06 - 83521654 / b.algra@novak.nl